A.F.A.M. Wetzer, 7 augustus 2004
Door zijn historie, maar tot op zekere hoogte ook door de belangstelling voor het wonen in zo'n mooi dorpje, ontbreekt het Bokhoven niet van aanzienlijke huizen. In het kader van de verschijning van het boek 'Bijzonder Bokhoven' viel de keuze voor deze rubriek dan ook als vanzelfsprekend op het belangrijkste huis van de aloude heerlijkheid: het godshuis. Tot de veertiende eeuw behoorde Bokhoven tot de parochie van het naburige Hedikhuizen. Dat was, vertelt pastoor Xavier van der Spank, in de tijd dat de Maas mogelijk niet zoals nu ten noorden, maar ten zuiden van Bokhoven stroomde en als zodanig op zich reeds een obstakel vormde in de verbinding met Hedikhuizen. De Bokhovenaren moesten immers 'over de Maas ter kerke'. 's Winters, als de Maas de streek onder water zette, was Hedikhuizen echter onbereikbaar. En omgekeerd kon de pastoor van Hedikhuizen in noodgevallen Bokhoven niet bereiken. De toenmalige Heer van Bokhoven, Ghiselbertus Coc, wist in 1363 bij de bisschop van Luik toestemming te krijgen om bij het omstreeks die tijd gebouwde kasteel een eigen kapelletje te stichten. Weliswaar was de kapel vooralsnog ondergeschikt aan Hedikhuizen, maar met de rector die over de kapel werd aangesteld kreeg Bokhoven de beschikking over een eigen zielzorger. Op 23 maart 1369 verhief de bisschop van Luik Bokhoven tot een zelfstandige parochie met als vanzelfsprekend een pater Norbertijn, Zegerus van Herpt, als eerste pastoor. De (toen) naburige Abdij van Berne bij Nederhemert had immers vanaf 1285 het patronaatsrecht over enige parochies in het Land van Heusden, waaronder Hedikhuizen. | 53 |
LuidklokkenHet huidige kerkje dateert van 1523, gebouwd nadat in 1498 een groot deel van het dorp, waaronder het kasteel en het kerkje, door Gelderse bendes was verwoest. Tot voor kort werd aangenomen dat met de herbouw van het door brand verwoeste schip van de kerk slechts een 'zaalkerkje' was ontstaan en dat de dwarsbeuken er eerst in 1610 aan werden toegevoegd. Ook de apsis zou pas in 1610 zijn vergroot tot haar huidige omvang. Het heeft overigens altijd heel aannemelijk geklonken dat vergroting van de kerk toen nodig was geweest omdat het 'vrije' Bokhoven in die tijd een waar toevluchtsoord was voor katholieken uit de Staatse gebieden.1Dankzij de bouwhistoricus Rob Gruben weet pastoor Xavier van der Spank intussen beter. 'Met dendrochronologisch onderzoek - de nieuwe techniek van datering op basis van jaarringen in het hout - heeft Rob met honderd procent zekerheid kunnen vaststellen dat het kerkje zoals het er nu staat, is gebouwd in de jaren tussen 1523 en 1531.' Wel moest het kerkje het voorlopig stellen met een houten kap, maar het stucgewelf in rococostijl, dat in 1771 werd aangebracht, heeft het aanzien van de kerk zeer verrijkt. Doordat deze bij de verwoesting in 1498 min of meer gespaard bleef is de romaans-gotische toren het oudste gedeelte van het Bokhovense kerkje. De toren is waarschijnlijk uit het begin van de vijftiende eeuw. De twee luidklokken die in de 27 meter hoge toren hangen blijken afkomstig uit de in de jaren zeventig van de afgelopen eeuw gesloopte Sint-Pieterskerk te 's-Hertogenbosch. Aan de zuidzijde bevindt zich een traptoren die er later tegenaan is gebouwd. Een uitstulping aan de andere (noord)kant van de toren blijkt als we binnen zijn, de doopkapel. Met een koperen doopvont uit 1838. | 54 |
HoutsnijwerkNiet alleen de buitenzijde van het kerkje oogt behalve lieflijk, bijzonder fraai. Ook het interieur is uitzonderlijk mooi, de inventaris daaronder begrepen. Dat begint al in het portaal van de kerk, waar het prachtige houtsnijwerk afkomstig blijkt van het vroegere hoogaltaar van de kerk.Het altaar voor in de kerk, vertelt pastoor Van der Spank, komt uit het kerkje van Dennenburg (bij Ravenstein), dat in 1948 werd gesloten. Het barokke altaar dateert van circa 1700 en is toegewijd aan Sint Michaël zoals blijkt uit de beeltenis van deze heilige die zich daar bovenop bevindt. Het altaar zowel als het altaarstuk in het kerkportaal werden in 1991 prachtig gerestaureerd. De Bokhovense kunstenares en, als bewoner van het nieuwe torenhuis van Bokhoven, tevens buurvrouw van de kerk, Maya Daudey, heeft wel zes of zeven oude verflagen moeten verwijderen tot ze de oorspronkelijke kleur, rouge royal, bereikte. Deze kleur vinden we terug in het marmeren monumentale praalgraf in het kerkje. De wijze waarop Maya Daudey het geheel prachtig gemarmerd heeft, is zo knap gedaan dat het resultaat 'hoewel geverfd, niet van echt marmer is te onderscheiden. Je kunt het verschil alleen voelen'. Niet minder bewondering heeft pastoor Van der Spank voor Anneke Kimmel uit Heusden die het houtsnijwerk van het orgel van bladgoud heeft voorzien. Eens te meer is de gepensioneerde, maar nog altijd fulltime actieve zielzorger ingenomen met de dure vloerverwarming, die in 1996 is aangebracht en die het mogelijk maakt de temperatuur constant op twaalf graden te houden. Ook de vochtigheidsgraad is constant, waarmee een omgeving is geschapen die vergelijkbaar is met die van een museum, een waarborg voor het behoud van het vele en fraaie houtsnijwerk. Hoe belangrijk dat is wordt duidelijk als men beseft hoeveel houtsnijwerk het monumentale kerkje rijk is. Behalve altaar en orgel en verschillende beelden spreidt ook de preekstoel prachtig oud houtsnijwerk ten toon, evenals de eikenhouten kruiswegstaties van Gerard Lucius. Het oog van de kijker kan voorts een groot, vijftiende-eeuws eikenhouten kruisbeeld, niet missen. PraalgrafHiermee is het aantal bezienswaardigheden nog verre van compleet. Naast twee grote schilderstukken, enerzijds de Maria ten Hemelopneming, die ten onrechte wel aan de Bossche schilder Theodorus van Thulden is toegeschreven en anderzijds de Graflegging van Christus, die van de hand van de Vlaamse schilder Piet-Jozef Verhaghen zou zijn, verdienen ook enkele oude grafzerken de aandacht. De gebrandschilderde ramen laten taferelen zien uit het leven van Sint Norbertus, de stichter van de orde der Norbertijnen.Maar hét pronkstuk van het kerkje van Bokhoven is natuurlijk het praalgraf, zoals de vorstelijke graftombe van de eerste graaf en gravin van Bokhoven, Engelbert van Immerseel ('graaf van Bokhoven en van het Heilige Roomse Rijk') en Helena de Montmorency in de volksmond heet. Dit prachtige kunstwerk in welhaast oogverblindend wit marmer, van de befaamde Antwerpse beeldhouwer Artus Quellinus, ofwel Artus Quellijn, de Oude, bevindt zich in het noordertransept. Het lijkt haast te groot voor het kleine kerkje, maar dat is snel verklaard door de wetenschap dat dit praalgraf aanvankelijk was bedoeld voor de Pauluskerk in Antwerpen, waar gravin Helena eerst werd begraven. Oud-pastoor G.M. van der Velden O. Praem., inmiddels 96, heeft met een van zijn studies over Bokhoven aangetoond dat graaf Engelbert het 'hart' van de gravin in Bokhoven heeft begraven. Naar pastoor Van der Spank toelicht 'een bekend historisch gegeven', waarbij hij verwijst naar het verhaal dat men in Delft een kistje zou hebben gevonden met het hart van Willem van Oranje. Hoewel toegewijd aan de H. Antonius Abt is het kerkje van Bolhoven tevens bedevaartsoord, waar de H. Cornelius, patroon tegen stuipen, wordt vereerd in de vorm van een beeltenis en een relikwie, die zich er bevinden. In de maand september is de toeloop zo groot dat het kerkje (veel) te klein is, maar de openluchtmis in de tuin de pelgrimage een extra dimensie lijkt te geven. | 55 |
Noten | |
1. | Bokhoven heeft tot 1800 nooit deel uitgemaakt van Brabant, Holland of Gelre; het was een Luikse enclave. De heer hield Bokhoven in leen van de bisschop van Luik. |
De herfst schijnt snel toe te slaan. Jammer, want een fietstocht door een mooie nazomer naar Bokhoven is best de moeite waard. Zeker in de septembermaand als de Corneliusbedevaarten plaatsvinden. Vandaag bezoeken we de kerk in Bokhoven, te vinden achter het adres: Gravin Helenastraat 3. De kleine dorpsgemeenschap - eens was het zelfs een graafschap! - Bokhoven is een dorpje aan de Maas dat zo'n zeventig jaar geleden zijn zelfstandigheid verloor en onderdeel werd van de gemeente Engelen en nu sinds 1971 van 's-Hertogenbosch. In 1363 kreeg deze samenleving haar eigen kapel, enkele jaren later verheven tot parochiekerk. De aan St. Antonius Abt toegewijde kerk dateert uit het begin van de vijftiende eeuw. Na een brand in 1498 krijgt het gebouw een nieuw schip. In 1610 tenslotte wordt het koor vergroot en twee zijarmen aan het geheel toegevoegd. De kerk op zichzelf is een prachtig gebouw, het ligt hier sfeervol naast de pastorie en de erbij behorende fruitbomen in de pastorietuin. Haar rust wordt slechts enkele malen per dag enigszins verstoord als vele ouders hun kinderen naar school brengen of 's middags weer komen ophalen. De toren is zo'n 27 meter hoog en bevat nog twee klokken die afkomstig zijn uit de in 1982 gesloopte Sint Pieterskerk. Via de hoofdingang in de toren komen we de kerk binnen. Opmerkelijk is het dan dat dit kleine kerkje zulk een rijk interieur heeft. Vele beelden sieren de muren. Met zijn 17e, 18e en 19e-eeuwse kunstwerken. De kerk lijkt aan alle rampen van de afgelopen eeuwen ontsnapt te zijn, maar dat is niet het geval. Tijdens de Tweede Weredoorlog lag Bokhoven maanden in de frontlinie. Het gehele gebied ten zuiden van de Maas was eind 1944 bevrijd, maar aan de andere zijde van de rivier lagen de Duitsers nog. Alle inwoners van Bokhoven moesten evacueren naar het nabij gelegen Vlijmen. Pas in mei 1945 konden zij terugkeren en moesten ontdekken dat hun kerk zeer zwaar beschadigd was. De kerk werd gerestaureerd en het interieur aangevuld onder meer met banken uit de te sluiten kerk van Dennenburg. Zeker is het een wonder dat het zich in de kerk bevindende praalgraf deze periode overleefd heeft. In de kerk bevindt zich een 17e-eeuwse vorstelijke graftombe, gebeeldhouwd door de vermaarde Artus Quellinus. Het beeldhouwwerk neemt een groot deel van de westelijke zijbeuk in beslag. Het laat de eerste graaf en gravin van Bokhoven zien, Engelbert van Immerseel en Helena de Montmorency, schijnbaar slapend op een stenen bed. In het midden van de 17e eeuw zijn zij overleden. Zij werden in de kerk begraven en de graftombe kwam ook naar Bokhoven. Het eigenlijke plan was om naar Antwerpen te gaan, maar om redenen van veiligheid werd Bokhoven het einddoel. Het is een hoogtepunt van de in de kerk aanwezige kunstvoorwerpen. Opmerkelijk is dat het kerkje geen echte toeristische topper is geworden. Voor fietstochten vanuit 's-Hertogenbosch zou het een mooi reisdoel zijn. Veertig jaar geleden schreef pastoor Breugelmans niet voor niets: 'In Bokhoven domineert Cornelius de oude paus en martelaar, en hangt de sfeer van de onverwoestbare oudheid in kunst en historie'. |
De gemeentegrenzen van 's-Hertogenbosch zullen binnenkort veranderen. Maar dat hebben ze al méér gedaan. De voormalige gemeenten Empel, Engelen en Bokhoven behoren al jaren tot 's-Hertogenbosch. We nemen vandaang een kijkje achter een van de voordeuren in het rustieke Bokhoven achter de voorgevel van: Gravin Hélènastraat 3. Merkwaardig toch, dat Bokhoven. Eigenlijk lijkt het maar een klein dorpje met ruim tweehonderd inwoners, 's winters was het steeds onbereikbaar wegens de overstromende Maas. Maar toch was het buitenlands gebied, een katholieke enclave, een graafschap zelfs. De kerk, toegewijd aan St. Antonius Abt, dateert uit de vijftiende eeuw. De oude toren dateert uit het begin van die eeuw, het schip is na een brand in 1498 herbouwd. Het koor en een dwarspand dateert uit 1610. Natuurlijk is er in de loop der jaren veel hersteld aan dit gebouw. Ondermeer gebeurde dit door pastoor Van Roosmalen die er herder werd in het begin van de negentiende eeuw. Uit eigen middelen heeft hij veel bekostigd. Niet alleen het gebouw, maar eveneens restaureerde hij het orgel en het altaar. Hij betaalde nieuwe banken en een koperen kroon. Maar toch dacht hij ook aan de periode na hem. Daarom had hij met succes in 1839 een relikwie van St. Cornelius te pakken gekregen. De sacramentsprocessie trachtte hij in ere te herstellen en hij voerde een nieuwe processie in. In september zou het dorp rondgetrokken worden met de relikwie van Cornelius. Van Roosmalen was Nobertijn en hij trachtte bij zijn medekloosterlingen die elders kerken bedienden interesse op te wekken voor deze Corneliusprocessie. Het zou leiden tot vele Corneliusbedevaarten die vanuit heel Brabant naar het kleine Bokhoven trokken. Iedere septembermaand was het Corneliusmaand. De volksheilige was erg populair. Vooral als een klein kind de stuipen kreeg, werd voorspraak van Cornelius gevraagd voor de genezing. Maar de heilige werd ook aangeroepen ter bescherming tegen andere ziekten. Hét monument achter de voorgevel is echter een rond 1650 vervaardigd grafmonument van marmer met de ligbeelden van Engelbert van Immerzeel, de eerste graaf van Bokhoven, en diens echtgenote Hélène de Montmorency. De bekende Artus Quellien de Oude was de maker van dit kunstwerk dat eigenlijk niet bestemd was om in de Bokhovense kerk geplaatst te worden. De eigenlijke bestemming was Antwerpen, maar het kunstwerk is er nooit gekomen... Om redenen van veiligheid had Engelbert reeds besloten het in diens geliefde Bokhoven te plaatsen. De kerk bevat nog veel meer kunstwerken, die zelfs de zware periode najaar 1944 - voorjaar 1945 overleefd hebben. In die tijd was Bokhoven geheel verlaten en verwoestten Duitse granaten veel aan deze zijde van de Maas. De kerk is thans weer geheel hersteld. Deze maand, september, is het weer Corneliusbedevaart. Iedere zondag bezoeken vele het dorpje. De kerk is dan te klein om de kerkgangers een plaatsje te geven. de pastoor draagt dan de mis op in de boomgaard. |
In 1839 telde het ten noorden van 's-Hertogenbosch aan de Maas gelegen dorpje Bokhoven zo'n 220 inwoners. Het belangrijkste gebouw was de aan St. Antonius Abt gewijde kerk, die in 1369 tot zelfstandige parochiekerk was verheven en waarover de abdij van Berne van oudsher het patronaatsrecht bezat. Een norbertijn van Berne oefende de zielzorg uit in Bokhoven. - Het oudste gedeelte van de huidige kerk dateert uit het begin van de 15e eeuw. Het laatgotische, eenbeukige schip werd kort na de dorpsbrand van 1498 opgetrokken. Omstreeks 1610 werd de kerk verbouwd. Engelbert van Immerseel, sinds 1570 baron van Bokhoven, verleende financiële steun voor vergroting van het koor en toevoeging van dwarsarmen. - Het graafschap Bokhoven bleef in de 17e en 18e eeuw op politiek en religieus gebied autonoom ten opzichte van de Nederlandse Republiek en vormde daarin een katholieke enclave. - Na de komst van een nieuwe pastoor in 1835 onderging de bouwvallig geworden kerk een grootscheepse restauratie en vernieuwing. - Tot aan de Tweede Wereldoorlog stond er een stenen Corneliusaltaar in de rechter zijbeuk. Hierop stond, op een houten opbouw waarin de grote reliekhouder stond, het bruinhouten Corneliusbeeld, aan weerszijden van het beeld waren neobarokke vitrinekasten met votiefgeschenken gehangen. Boven het beeld was nog een hemel van doek aangebracht. Voor het altaar stond een grote kaarsenbak. Dit altaar was tot 1944 de eigenlijke cultuslocatie. - Vanwege de toename van het aantal bedevaartgangers is in 1930 op het kerkhof, tegen het koor aan de noordzijde van de kerk, een openluchtkapel (overkapping) voor missen met veel deelnemers gebouwd. Bij de restauratie van de kerk van na de oorlog is deze weggelaten. - In 1944 werden de torenspits en een groot deel van het schip in stukken geschoten. Een eenvoudige noodkerk (momenteel woonhuis) werd naast de kerk aan de zuidzijde van de pastorietuin gebouwd. Tegen de noordwand werd een nieuwe openluchtkapel gebouwd, waar nog jaarlijks in september bij goed weer bedevaartmissen worden gehouden. - De restauratie van de middeleeuwse kerk vond tussen 1947 en 1950 plaats. Het Corneliusaltaar in de zijbeuk werd daarbij niet hersteld, er kwam een biechtstoel voor in de plaats. Sindsdien is de verering in september tijdelijk in de doop- of sacramentskapel, links van de ingang van de kerk, gesitueerd. In die maand wordt de inrichting daarvan aangepast: het 'bruine' Corneliusbeeld wordt er naar overgebracht en geplaatst tegen de achtergrond van blauw doek, temidden van de eveneens overgebrachte kasten met votiefgeschenken, de reliekhouder en de processiestaven. |
R.K. Kerk van de St. Antonius Abt. Bestaande uit een vroeg 15e eeuwse toren met latere traptoren, eenbeukig schip, na een brand in 1498 gebouwd, een dwarspand en koor uit 1610. Gewelfde doopkapel uit omstreeks 1500. Inwendig een stucgewelf uit 1771 met rococo-ornament. Restauratie in 1951 voltooid na oorlogsschade in 1944-'45. Rijke inventaris, die onder meer bevat: Barokke altaarretabel van hout uit omstreeks 1700, met in de frontispice beeld van St. Michael, afkomstig uit de Michaelskerk in Dennenburg, orgel uit omstreeks 1700, eveneens uit de kerk van Dennenburg afkomstig; het vroegere hoofdaltaar, begin 18e eeuws, thans in het transept, met schilderij op doek; Maria's Hemelvaart, toegeschreven aan Th. van Thulden, omstreeks 1650; graftombe van verschillende kleuren marmer met de ligbeelden van Engelbert van Immerzeel eerste graaf van Bokhoven (plm 1652) en zijn vrouw Helene de Montmorency (plm 1649), in 1649-1651 vervaardigd door Artus Quellien de Oude; gesneden eiken preekstoel met voorstellingen uit het leven van St. Norbertus; houten beelden van Cornelis (plm 1730), Maria (1650), Engelbewaarder (plm 1700), een viertal bijeenbehorend uit omstreeks 1800: Herman Jozef, Antonius van Padua, Roches en Martinus; Norbertus en Antonius Abt (beide omstreeks 1700), Antonius Abt (omstreeks 1500); eiken kruiswegreliefs door G. Lucius uit 1851-1852, 19e eeuws terra cotta beeld van een apostel, houten Corneliusbeeld uit 1846, renaissance eiken kruisbeeld en een houten kruisbeeld uit omstreeks 1700; gesneden eiken communiebank in Waterstaats-stijl; acht 17e eeuwse koperen kandelaars, 18e eeuwse koperen lichtkroon. Laatgotisch smeedijzeren hek voor de traptoren en de doopkapel. Vele grafzerken, o.a. van de heren van Bokhoven. |
2009 |
Riek Oxener en Xavier van der SpankDe kerk van BokhovenBokhoven augustus 2009 |
|
Interieur r.k. kerk vóór de restauratie, z.j.Hendrik de Laat (1900-1980)(aquarel, 41.0 x 30.5 cm) Brab. Coll. UvT |
|
Interieur r.k. kerk met preekstoel, z.j.Hendrik de Laat (1900-1980)(aquarel, 17.0 x 23.7 cm) Particulier bezit |
|
Praalgraf in r.k. kerk, 1927Hendrik de Laat (1900-1980)(ets, 41.5 x 37.7 cm) Brab. Coll. UvT |
2005 |
Parochiekerk St. Anthonius abtDeze fraaie dorpskerk, waarvan de parochie in 1369 werd afgescheiden van Hedikhuizen en die reeds lange tijd wordt geleid vanuit de Norbertijner abdij van Berne, dateert in de huidige vorm uit de 15e eeuw. De toren is het oudste onderdeel (vroege 15e eeuw) met een later toegevoegde traptoren. Het éénbeukige schip werd in 1495 na een brand herbouwd. De overwelfde doopkapel aan de noordzijde werd toegevoegd omstreeks 1500. Het kerkgebouw heeft een rijk barokinterieur. Het orgel dateert uit circa 1780 en is sinds 1979 in de Bokhovense kerk geplaatst na eerder in de kerken van Brielle, Sleewijk en ook de Remonstrantse kerk aan het Singel in Amsterdam dienst te hebben gedaan. De 19e eeuwse gesneden eiken preekstoel is voorzien van voorstellingen uit het leven van Norbertus.De kerk heeft diverse belangwekkende grafmonumenten, waaronder grafzerken voor de heren van Bokhoven. Het meest monumentale werd in 1649-52 door de bekende beeldhouwer Artus Quellien in verschillende kleuren marmer vervaardigd voor Engelbert van Immerseel, eerste graaf van Bokhoven († 1652) en diens vrouw Helene de Monymorency ( † 1649). De inventaris bevat veel bijzondere beelden, waaronder een renaissance eiken kruisbeeld, een houten kruisbeeld (ca. 1700), Antonius Abt (ca. 1500), Maria (1650), Norbertus en Antonius Abt (ca 1700), Engelbewaarder (ca. 1700), Cornelius (ca. 1730) en diverse 19e eeuwse beelden. De beschilderingen in het interieur met fraaie marmerimitaties zijn enkele jaren geleden vernieuwd en gereconstrueerd.
Magazine Open Monumentendag (2005)
|
|
2010 |
Parochiekerk St. Anthonius AbtGravin Helenastraat 1, BokhovenDeze dorpskerk dateert in de huidige vorm uit de 15e eeuw. De toren is het oudste, de traptoren werd later bijgebouwd. Het éénbeukige schip werd in 1495 na een brand herbouwd, het transept en koor dateren, ondanks de nog gotische vormentaal, uit 1610. De overwelfde doopkapel werd toegevoegd omstreeks 1500. Het kerkgebouw heeft een rijk barok interieur. Te zien zijn onder meer het rococo stucplafond met sterren uit 1771, het barokke altaarretabel met een beeld van St. Michaël uit circa 1700, het 18e-eeuwse vroegere hoofdaltaar in het transept, het orgel op een barokke houten orgeltribune uit circa 1780, een 19e-eeuwse gesneden eiken preekstoel met voorstellingen uit het leven van Norbertus, de 19e-eeuwse eiken communiebank, grafmonumenten voor de Heren van Bokhoven en vele bijzondere beelden.
Magazine Open Monumentendag (2010) 51
|
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 103